1972: De eerste zeldzame sperwergrasmus gevangen op Kornwerderzand. Daar vangen we ook een pimpelmees uit Noorwegen, die deze afstand in 4 dagen heeft afgelegd. Een blauwe reiger geringd bij Hitzum wordt, 4 maanden oud, geschoten in Marokko (toen trokken de reigers nog).
1973: De eerste 23 sneeuwgorzen gevangen op de Westhoek. Honderden gorzen en vele publicaties zullen volgen.
1974: Gestart met het nachtvangen op het Wad bij Westhoek met o.a. 233 kanoetstrandlopers.
1975: Zeldzame soorten: 2 bladkoninkjes en 1 kleine vliegenvanger in de appelboomgaard bij Roptazijl. Twee kanoetstrandlopers die beide op 19 februari 1972 in Norfolk, Groot- Brittannië, werden geringd, worden bijna drie jaar later op dezelfde dag, 16 januari 1975 door ons teruggevangen op Westhoek.
1976: Nieuwe soorten o.a. grote karekiet, boomvalk en zwarte ruiter. In het Hoornse Bos op Terschelling 21 kruisbekken geringd, waarvan één wordt teruggemeld uit Oostenrijk.
1977: Dit jaar meer dan 4.000 vogels geringd! Nieuwe soorten: bosruiter, groenpootruiter, grote stern, oeverpieper, slobeend, zwarte stern en een dwerggors. Van de laatste soort zijn sinds 1911 slechts 14 exemplaren in Nederland gevangen.
1978: Nieuwe soorten: dodaars en kerkuil. Het nachtvangen op het Wad bij Westhoek levert leuke bijzonderheden op. In één nacht: een kanoetstrandloper met een Poolse ring, een bonte strandloper uit toenmalig Oost-Duitsland, een kokmeeuw uit België en een IJslandse tureluur door ons vier jaar eerder op dezelfde plaats geringd. Een internationaal gezelschap.
1979: In dit jaar minder vogels gevangen dan voorgaande jaren. Via de radar is waargenomen dat met een stevige N.O. wind in enkele dagen tientallen miljoenen vogels zijn overgetrokken. Wij hebben het nakijken. In de tomatenkassen toch nog 566 witte kwikstaarten geringd.
1980: Drie nieuwe zeldzame soorten: een Noordse nachtegaal, eerste ringvangst in Friesland. Een bosgors, voor Friesland wordt één onbevestigde waarneming gemeld. En een pallas boszanger is de tweede ringvangst in Friesland. Dit vogeltje, net zo groot als ons kleinste vogeltje het goudhaantje ( 5 à 6 gram ), overwintert normaal in Z.O. Azië.
1981: We vangen op Kornwerderzand een nieuwe soort. Na enig gepuzzel blijkt het een roodmus te zijn. Een nieuwe soort in Friesland. Het maken van een uitvoerige beschrijving is verplicht en dan als bewijsmateriaal nog even op de foto. Helaas, de vogel ontglipt. Het onweert even op Kornwerderzand. De eerste vogel die de volgende ronde in het net hangt………. dezelfde roodmus.
1982: Nieuwe soorten: grote gele kwikstaart en Russische spotvogel. De opmerkelijkste terugmelding betreft een zwarte ruiter geringd op 7 mei 1980 in de Workumerwaard. Deze soort wordt maar weinig geringd, dus meldingen zijn helemaal zeldzaam. Een Zweedse natuurfotograaf, Thomas Carlen, wist de vogel op 20 juni 1982 zo vaak te fotograferen, dat hij het ringnummer helemaal kon aflezen.
1983: Weer een nieuwe soort: een baardgrasmus. Van de 20 teruggemelde goudplevieren zijn er 10 in Frankrijk en Spanje geschoten. Het kan ook andersom. Een wilde eend als jong op 28 mei 1967 in Frankrijk geringd, wordt op 1 juli 1982 bij Tzummarum geschoten; 15 jaar oud. Taaie eendenborst waarschijnlijk.
1984: Geen nieuwe soorten dit jaar. Wel 679 goudplevieren. Van de 12 terugmeldingen zijn er 8 geschoten: 4 in Frankrijk, 2 in Spanje, 1 in Groot Brittannië en 1 in Noord Brabant. Winterkoninkjes zijn slimmer: 8 in 1983 bij Oosterend geringde winterkoninkjes worden een jaar later alle op dezelfde plaats teruggevangen.
1985: Nu wel weer een nieuwe soort: een temminck strandloper. Een opvallende terugmelding betreft een kanoet strandloper, geringd op 28 september 1976 bij Westhoek. Deze vogel werd op 12 mei 1985 teruggevangen door een Engelse expeditie bij de Noordkaap, het noordelijkste puntje van Europa.
1986: Nieuwe soorten: Groenlandse tapuit, kuifmees en smelleken. Op 10 mei worden rosse grutto’s teruggevangen die op 19 mei 1984 op hetzelfde perceel en op dezelfde dag zijn geringd in de Paesenserpolder.
1987: Dit jaar de 50.000 grens bereikt. Sinds 1971 zijn 51.060 exemplaren geringd. Op het ereschavot staat met brons de witte kwikstaart met 4.101 stuks. Zilver is er voor de merel met 4.861 stuks en goud is er voor, hoe kan het anders, de goudplevier met 5.673 geringde vogels.
1988: Geen nieuwe soorten, wel 662 merels. Een op 10 november 1978 op Westhoek geringde kanoetstrandloper wordt op 26 mei 1987 teruggevangen door een IJslandse ringer bij BRJANSLAEKUR. Wilt u dit even nazeggen?
1989: Geen nieuwe soorten, wel een invasie van goudhaantjes: 414 exemplaren. Een op 2 oktober 1988 op Terschelling geringde pimpelmees is verhuisd naar Vlieland, waar zij op 3 juni 1989 broedend in een nestkastje werd aangetroffen.
1990: Nieuwe soorten: velduil, witgesterde blauwborst en kleine goudplevier. De laatste is het eerste exemplaar dat in Nederland wordt geringd.
1991: Nieuwe soorten: noordse boszanger en bergfluiter. Sneeuwgorzen worden dit jaar het meest gevangen, namelijk 185 exemplaren. En we krijgen de eerste terugmelding uit IJsland. Een sneeuwgors, geringd op 20 december 1990 bij Westhoek wordt teruggevangen op 10 april 1991 bij Husavik. Daar doen we het voor!
1992: De hoogste score is voor de goudhaantjes: 336 exemplaren, die voornamelijk op Terschelling zijn geringd. Er zat ééntje bij met een Zweedse ring. In totaal zijn er nu 2851 geringd.
1993: opnieuw een nieuwe soort: een taiga boomkruiper. Een invasie van sijzen op Terschelling. Op 28 september maar liefst 130 stuks. Een stokoude zanglijster, die op 12 september 1992 in Portugal werd gepakt door een roofvogel, is door ons geringd op 6 oktober 1973 op Kornwerderzand. Hij/ zij is dus minimaal 19 jaar oud geworden, mogelijk een record.
1994: Een roodborst, die we op 1 oktober ringen, wordt 3 dagen later, op dierendag, raamslachtoffer in Heemstede. Een andere roodborst, geringd op 19 september, wordt 14 dagen later teruggevangen in Marokko. Een afstand van 2500 km., dus gemiddeld minstens 180 km per dag!
1995: Nieuwe soort: de huismus. Er was een ringverbod van het Vogeltrekstation: ze trekken niet weg, dus alleen maar werk. Nu de stand dramatisch daalt is elke mus van harte welkom. Op Terschelling de netten vol met goudhaantjes: 300 op één dag.
1996: Eén van die goudhaantjes wordt teruggevangen door een Zweedse ringer. Een nog nooit gevangen havik ontsnapt uit het net op Kornwerderzand. Hij laat zijn prooi in het net achter: een appelvink. Dit is ook een soort die we op Kornwerderzand nog nooit hebben gezien, laat staan gevangen.
1997: Van een als jong geringde kievit in de Workumerwaard, wordt precies 5 jaar later op precies dezelfde plek met een telescoop het ringnummer afgelezen.
1998: Nieuwe soort: een europese kanarie. Een roodborstjaar met 630 exemplaren. Een heel bijzondere melding is de dit voorjaar geringde kemphaan, die 62 dagen later wordt aangetroffen Centraal-Siberië, een afstand van 6.667 km. De verste terugmelding in de 27 jaar dat we ringen.
1999: Een zanglijster haast zich in 47 dagen 2.087 km verder naar de Algarve in Portugal om geschoten te worden. Een in 1986 geringde goudplevier wordt “somewhere in Italy ” geschoten. Een jager met schaamte?
2000: In Zürich 216 gierzwaluwen geringd en een terugmelding uit Polen. Een geringde braamsluiper wordt door ringers teruggevangen in de Kibbutz Lotau, Israël.
2001: Nieuwe soorten: boomklever en fuut. Een scholekster die 20 jaar geleden als jong bij Oosterbierum is geringd, is eind februari bij de Fiskersput onder Sexbierum teruggevangen. Over plaatstrouw gesproken.
2002: 412 kemphanen geringd. Een kemphaan geringd op de Workumerwaard wordt teruggemeld uit Khayysardak, Centraal-Siberië. Onze verste terugmelding tot nu toe: 7.132 km.
2003: Een koolmees-jaar: 662 exemplaren. De mooiste terugmelding is een kanoetstrandloper. Geringd op 11 november 1978 bij Westhoek, wordt hij op 4 januari 2003 in het Terrington Marsh, Norfolk door Engelse ringers teruggevangen. Bijna een wereldrecord. In Zuid Afrika is een kanoet gevonden die 25 jaar is geworden. De onze bijna en hij leeft nog. Wie weet!
2004: Het jaar van de gierzwaluw: 587 exemplaren.Een op 1 augustus 1998 op Terschelling geringde tjiftjaf wordt op 15 juni 2004 teruggevangen bij het Zwarte Meer in Overijssel. Zes jaar is bejaard voor een tjiftjaf.
2005: Het superjaar van de gierzwaluw: 661 exemplaren. Ongelooflijke aantallen. En een terugmelding uit Finland. Op 20 juni is een tjiftjaf geringd. Voor ons een mijlpaal, want het was onze honderdduizendste geringde vogel.
2006: Een op 18 februari 1976, op Westhoek geringde scholekster wordt op 26 mei broedend teruggevangen. 31 jaar oud!